Eigenlijk al sinds dat ik klein ben weet ik van de Thomas Stichting af. Op school deden we projecten ervoor en thuis hoorde ik er ook heel veel over.

Eigenlijk al sinds dat ik klein ben weet ik van de Thomas Stichting af. Op school deden we projecten ervoor en thuis hoorde ik er ook heel veel over. Sinds ik een jaar of 11/12 ben wil ik al erg graag naar india om te zien wat de stichting daar nou precies doet. Mijn ouders zeiden altijd dat als mijn jongste zusje 12 is we er heen zouden gaan. Daar hielp ik ze ook zeker een aantal (rond de 50) keer aan herinneren. In mijn 4e jaar van mijn middelbare school heb ik besloten een tussenjaar te nemen tussen mijn school en studie in. Al meteen wist ik dat ik naar india wilde gaan, alleen en naar de kinderen. Ik wilde iets betekenen voor de kinderen en ook was ik erg benieuwd hoe het dagelijks leven er daar uit ziet met bijvoorbeeld het kasten systeem.

Begin januari 2016 was het dan zo ver. Ik ging samen met mijn moeder naar India toe. Mijn moeder is een week gebleven en heeft mij in Chennai bij de zuster achtergelaten. Hier heb ik 5 weken alleen gezeten. In deze 5 weken heb ik verschillende boardings bezocht en heb ik bij 2 boardings, Vepery & Avadi, een week gezeten en geholpen met waar nodig. Ik hield mij vooral bezig met de kinderen en zorgde er dus voor dat zij plezier hadden. In Vepery spraken ze bijna allemaal goed engels. Ze volgen hier op school bijna allemaal English medium. Bij Avadi sprak ongeveer de helft Engels, hier volgde de meesten Tamil medium op school.

Tijdens mijn tijd in Vepery hadden de kinderen een soort mini vakantie. Het Pongal festival was. Dat is een festival die draait om de opbrengst van de oogst, een hindoe traditie. De kinderen in de boardings vieren dit volop. Ongeveer de helft ging een paar dagen naar familie toe en de rest bleef in de boarding waar ze extra verwend werden. We deden spelletjes en ze kregen suikerriet. Dat eten ze alleen tijdens dit festival. De meeste kinderen die in deze boardings zitten zijn geen weeskinderen. Van de meeste kinderen heeft de vader het gezin verlaten en heeft de moeder dus niet genoeg geld en/of tijd om voor (alle) kinderen te zorgen. Ook mogen kinderen hun ouders soms op zondag bellen. Daar worden zij erg blij van. Doordat deze meisjes een aantal  dagen vrij waren kon je echt een band met hen opbouwen. Bij het afscheid na een week moest er zelfs een meisje huilen omdat ik weg ging. Dat raakt mij zo erg vanbinnen dat ik in zo een korte tijd al zo iets voor iemand kan betekenen. Ik heb haar toen gezegd dat ik volgend jaar weer terug kom en dat ga ik ook zeker proberen.

Hierna ging ik naar Boarding Avadi. Bij deze boarding is alles erg goed geregeld. De kinderen krijgen meer fruit en vlees en hebben ook zeker alle noodzakelijke dingen. Ze worden hier iets meer verwend en dat merk je ook een beetje aan hun gedrag. Niet dat ze heel erg verwend reageren op dingen, maar toen ik knuffels en cadeautjes uitdeelde luisterden ze allemaal niet meer en ze pakten wat ze pakken konden. Uiteindelijk is alles natuurlijk gewoon eerlijk verdeeld, maar hier merkte ik wel het verschil tussen de boardings. Verder zijn de meisjes hier natuurlijk ook heel erg lief. Ze hebben veel lol samen en zien elkaar als beste vriendinnen. Ook zitten hier veel zusjes samen in de boarding. Erg fijn om te zien dat ze nog steeds samen zijn.

De 2 weken hierna heb ik erg veel verschillende boardings en ook weeshuizen bezocht. Wat mij opviel was dat in de weeshuizen waar kinderen zitten zonder ouders ze toch wat meer op zichzelf kunnen zijn soms. Ook zijn hier de jongens en meisjes gemixt. In mijn laatste week heb ik bij Mugalivakam gezeten. Dit is een terrein waar een aantal bedrijfjes zijn, een huis waar de zusters slapen en waar tevens ook onder andere een dokter en apotheek in zit en een groot gebouw met verschillende woningen waar mensen wonen die bijvoorbeeld in de fabriek werken. De kinderen die hier wonen zijn van allerlei verschillende leeftijden. Ook zit er een peuter school op het terrein. Hier leren ze de eerste dingen. In Nederland zou dit de kleuterklas zijn, maar hier noemen ze het “pre school”. Hier heb ik met de jongste kindjes gespeeld en heel veel gelachen.

India heeft mij elke dag weer opnieuw verbaasd. Dat je met weinig geld heel gelukkig kan zijn, hebben zij mij zeker bewezen. Toen ik thuis kwam heb ik gelijk mijn kamer uitgemest en onnodige dingen weggedaan. Het heeft me nu veel bewuster gemaakt waardoor ik beter nadenk alvorens ik iets koop.

Of ik weer terug wil naar India? 100% zeker!


Sanne van der Kroft (17 jaar)